Puppies worden zonder tanden geboren. Twee tot vier weken na de geboorte komen de eerste tanden van het melkgebit door. Rond de 7e levensmaand is het hele gebit gewisseld en heeft de hond zijn permanente gebit. Het permanente gebit van de hond bevat 42 elementen:
- 12 snijtanden (6 bovenkaak en 6 onderkaak)
- 4 hoektanden (2 bovenkaak en 2 onderkaak)
- 16 premolaren (8 bovenkaak en 8 onderkaak)
- 10 molaren (4 bovenkaak en 6 onderkaak)
Het grootste deel van onze hondenrassen heeft evenals de wolf een scharend gebit. Dit betekent dat de ondersnijtanden net de achterkant van de bovensnijtanden raken en dat de onderhoektanden voor de bovenhoektanden liggen bij een gesloten bek. De kiezen van de boven- en onderkaak ‘wisselen’ elkaar af.
Er zijn in de loop der jaren echter ook een aantal hondenrassen gefokt met afwijkende schedelvormen, die hierdoor ook vaak een afwijkend gebit hebben. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de onder- en overbeet. Bij deze honden zal men extra aandacht moeten besteden aan gebitsverzorging.
Uit onderzoek blijkt dat 80% van de honden ouder dan drie jaar gebitsproblemen heeft. De meest voorkomende problemen zijn tandplak en tandsteen.
Tandplak
Tandplak komt veel voor en is een zachte laag op de tanden die bestaat uit levende en dode bacteriën, calcium en fosfor uit het speeksel, voedselresten en water. De vorming van tandplak vindt voornamelijk plaats langs het tandvlees waar de natuurlijke reiniging van de tanden minder is. De vorming en stand van de elementen speelt een belangrijke rol in het ontstaan van tandplak, evenals schedelvorm, individuele gevoeligheid van het dier en de leeftijd. Tandplak kan leiden tot tandvleesontsteking (gingivitis) en uitgebreid verval van slijmvlies, botdelen en uitval van elementen (parodontitis). Het is erg belangrijk tandplak te voorkomen. Tandplak kan door zorgvuldig poetsen nog verwijderd worden.
Tandsteen
Wanneer de tandplak onder invloed van speeksel verkalkt, spreken we van tandsteen. Tandsteen ontstaat voornamelijk op de plaatsen waar de speekselklieren uitmonden in de bek, zoals bij de grote kiezen en de achterkant van de ondersnijtanden. Tandsteen is een ideale plaats voor groei van bacteriën waardoor er een verhoogde kans bestaat op het ontwikkelen van gingivitis en parodontitis. Tandsteen is niet meer weg te poetsen en zal onder narcose verwijderd moeten worden bij de dierenarts.
Het voorkomen van gebitsproblemen is uiteraard beter dan het genezen ervan. Het belangrijkste onderdeel bij de preventie berust op het voorkomen of vertragen van de vorming van tandplak en tandsteen, omdat dit voor veel gebitsproblemen het beginpunt is. Door tandplak en tandsteen wordt het slijmvlies rond tanden en kiezen aangetast en ten gevolge hiervan kunnen tanden en kiezen los raken en uitvallen. Tevens kunnen de bacteriën die bij deze processen een rol spelen elders in het lichaam ontstekingen veroorzaken (hartkleppen, nieren, lever) met alle gevolgen van dien.
Gebitsverzorging
• De meest effectieve methode van gebitsverzorging is het poetsen van de tanden. Gebruik hiervoor altijd speciale hondentandpasta; humane tandpasta bevat fluoride en schuimvormende stoffen die bij inslikken o.a. darmstoornissen bij de hond kunnen veroorzaken. Bij nagenoeg iedere hond zal het mogelijk zijn om tanden te poetsen. Belangrijk is uiteraard wel om dit met geduld en op de juiste wijze aan te leren.
• Ook voeding speelt een grote rol in het gezond houden van het hondengebit. Door een goede brok te voeren waar de hond op moet kauwen, zullen de tanden schoon geschuurd worden. Diverse fabrikanten hebben speciaal voer ontwikkeld om tandplak en tandsteen te voorkomen.
• Tandreinigende tussendoortjes, bijvoorbeeld speciale kauwstrips of kauwbotjes. Dit kunnen goede hulpmiddellen zijn om het gebit gezond te houden.
• Tandreinigende speeltjes; sommige speeltjes zijn zo ontwikkeld dat zij een positief effect hebben op het gebit van de hond.
• Bacterieremmende behandeling door het drinkwater; bepaalde middelen kunnen via het drinkwater worden toegepast om de algehele gezondheid van het gebit te verbeteren.